Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij nu zeiden tot hem: [18]Uw knechten zijn uit een zeer ver land gekomen, [19]om den Naam des HEEREN, uws Gods; want wij hebben Zijn gerucht gehoord, en alles wat Hij in Egypte gedaan heeft; 18. Dat is, wij. 19. Dat is, hebbende gehoord de heerlijkheid van den God Israels en de grote daden, die Hij gedaan heeft.